De nachten van kater Dirk (2)

Het is nacht. Voordat de veldmuis weet wat er aan de hand is, hebben twee ivoren dolken zich al door zijn keel geboord. Met een mond vol muis zet de kater het op een holletje, want het begint te regenen. Soepel springt hij door de kapotte ruit van boer Rood’s schuur. Daar, tussen het hooi, slaapt hij vaak. Het is er warm en stil en soms hoort hij muizen ritselen tussen het geurige hooi. Als het even kan, vergrijpt hij zich liever niet aan deze binnenmuizen. Hij bewaart ze voor als het rotweer is, dan hoeft hij niet naar buiten.

Zes jaar is mijn Dirk al, dus de verkeersregels zal hij inmiddels wel kennen. Volgens mij worden alleen katten van twee jaar en jonger overreden. Tenzij een verhuizing heeft plaatsgevonden, want dan moet een kat de verkeerssituatie met bijbehorende uitwijkbosjes weer helemaal opnieuw in zijn kop prenten. Om jagers te laten zien dat Dirk geen zwerfkat is, bond ik hem tot voor kort ongeveer vijf keer per jaar een nieuw, knalrood halsbandje om – met naam en telefoonnummer. Totdat ik erachter kwam dat hij die al binnen een halve dag weet af te sjorren. Toen ben ik er maar mee opgehouden. Hij zou eens in zijn pogingen kunnen stikken.

(Wordt vervolgd…)

Lees ook:De nachten van kater Dirk (5)
Lees ook:De nachten van kater Dirk (1)
Lees ook:De nachten van kater Dirk (3)
Lees ook:De nachten van kater Dirk (4)
Lees ook:Die éne: ode aan Dirk

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *

Naam

Website

Het kan vijf minuten duren voordat nieuwe reacties zichtbaar zijn.